Het is waar! Een echte babyboom in februari. Waar zou die toch vandaan komen?
Ze start zelf. Dinsdagavond. Het ziekenhuis heet haar warm welkom. Maar het is druk. Héél druk op de afdeling verloskunde. Het is niet bij te benen voor het personeel. Fijn dat deze bevalling snel gaat! Ik ben er bij en ondersteun. De mama en papa, maar ook de verloskundige waar mogelijk. Een bevalling doe je tenslotte samen.
Mijn achtergrond als kraamverzorgende komt goed van pas. Zeker na de bevalling. De verloskundige en verpleegkundige zijn druk bezig met andere mama’s die nog in de laatste fase van hun bevalling zijn. Ook zij willen graag steun, maar hebben geen doula. En dat gemis voel je op zulke momenten.
Ik steun mijn gezin verder. De baby mag heerlijk bij de papa huid op huid. De mama help ik met douchen. Het zelf doen is nog geen optie. Ik weet waar ik op moet letten. Wat belangrijk is. Alle signalen zijn okay! Na het douchen helpen aankleden en de mama is klaar. De verloskundige komt snel de baby nakijken terwijl ik de verloskamer en badkamer zo goed mogelijk opruim. Het team is blij verrast dat we al zo ver zijn. Maar, oh wacht, de ontslagpapieren. Niet nodig nu. Doe maar een keer op je gemak en via de mail. Wij gaan naar huis, zodat er weer een verloskamer vrij komt. Héél belangrijk bij een babyboom en op een tijdstip dat de inleidingen nog moeten starten. We bedanken en zwaaien even en gaan het mooie ochtendgloren tegemoet.
Eenmaal thuis blijkt er voor die dag geen kraamzorg te zijn. Okay. Ik blijf. Tot het vertrouwen er is en dan laat ik los voor die dag.
Heel bijzonder, het schakelen tussen doula en kraamzorg. Het gaat vanzelf. Ik geef wat nodig is en dat is waar het om draait!